perspectief in verhalenWe zijn op de helft van de 8 weken die je hebt uitgetrokken voor het schrijven van je blauwdruk voor je roman. Een goed moment om uit te zoeken in welk vertelperspectief je jouw verhaal wilt schrijven. Elk vertelperspectief heeft voor- en nadelen, maar wat je ook kiest: je zit er voor de rest van je verhaal aan vast en het is uitermate vervelend als je je verhaal moet herschrijven omdat je het verkeerde perspectief hebt gekozen. Hetzelfde geldt voor de tijd waarin je je verhaal schrijft: de tegenwoordige tijd of de verleden tijd. Neem dus de tijd om te ontdekken wat voor jouw verhaal het beste werkt.

Vertelperspectief
Er zijn verschillende vertelperspectieven: de ik-verteller, de hij/zij-vorm, de alwetende verteller of de jij/wij-vorm. Ik heb een aantal hele nuttige sites gevonden die ik graag met je deel. Ik volg met veel plezier het blog van Dennis Rijnvis. Hij geeft nuttige tips en geeft daar heldere voorbeelden bij. In deze blogpost geeft hij een uitstekend overzicht van vier vertelperspectieven met alle voor- en nadelen.

Experiment
Mijn tip: schrijf een cruciaal moment in je verhaal eens vanuit verschillende vertelperspectieven en kijk wat voor jou het beste werkt. Hoe voelt dit deel van je verhaal geschreven vanuit de eerste persoon? En wat gebeurt er met je tekst als je het vanuit de derde persoon vertelt? Een autobiografisch verhaal kun je soms beter vanuit de derde persoon schrijven. Dan kun je er meer afstand van nemen en dat kan je helpen ingrijpende gebeurtenissen beter neer te zetten. Lees bijvoorbeeld de tips van schrijfster Marjon Sarneel daarover.

Wisselend vertelperspectief
Voor mijn debuutroman koos ik ervoor het verhaal te vertellen vanuit het perspectief van hoofdpersoon Lena, naar het model van mijn grootmoeder. Al vrij snel bleek dat de keuze voor dit vertelperspectief een aantal onoverkomelijke beperkingen had. Immers: ik kon vanuit dat perspectief alleen beschrijven wat Lena zag, dacht en voelde. Het verhaal van haar kleurrijke echtgenoot Henk bleef daarmee onderbelicht en ook de spanning tussen Henk en Lena kon ik vanuit dit perspectief niet goed voor het voetlicht brengen. Bovendien wilde ik ook graag zijn kant van het verhaal laten zien.

Sympathie
Ik wilde dat de lezer sympathie kreeg voor zowel Henk als Lena. Daarom besloot ik het vertelperspectief af te wisselen. Ik vertelde steeds een stukje van het verhaal vanuit Lena’s observaties, gedachten en gevoelens en wisselde dat af met hoofdstukken waarin ik Henk aan het woord liet. Dit gaf mij de mogelijkheid het verhaal vanaf verschillende kanten te belichten en mijn hoofdpersonages scherper af te tekenen met hun goede en minder goede eigenschappen. Mijn lezers zeggen dat ze het interessant vinden het verhaal vanuit deze twee personages te bekijken. Het maakt het verhaal geloofwaardiger, zeggen ze.

Riskant
Een wisselend vertelperspectief is voor een beginnend schrijver een riskante keuze, leerde ik later. Met een wisselend vertelperspectief moet je extra je best doen je lezer te blijven boeien. Dat heb ik zelf ook ervaren in boeken van anderen. Zeker wanneer ik te weinig tijd heb om te lezen en daardoor het boek regelmatig aan de kant moet leggen, dan vind ik een wisselend vertelperspectief niet altijd fijn. Heb ik me net lekker in iemands hoofd genesteld; moet ik er weer uit om het verhaal vanuit een ander personage te volgen! Als het verhaal spannend of interessant genoeg is, vind ik dat niet zo erg. Arthur Japin schreef zijn roman ‘Vaslav’ vanuit drie verschillende personages, maar hij bouwde vanaf het begin zoveel spanning op, dat ik van begin tot eind geboeid bleef. Maar ja, dat is Arthur Japin!

De roman waar ik nu aan werk, schrijf ik vanuit het ik-perspectief. Dit boek krijgt daarmee meteen een andere sfeer dan ‘Lena’. Heel interessant! En het past goed bij mijn verhaal, omdat het verhaal draait om de ontwikkeling die de ik-figuur, de hoofdpersoon, doormaakt. Welk vertelperspectief past het beste bij jouw verhaal?

1000 Resterende tekens