- Details
‘Hij heeft gewoon geen idee wat ik allemaal werk doe,’ snikt de vrouw tegenover me. ‘Het is toch de taak van een manager om mij te ondersteunen in mijn werk?’
Ik knik en reik een zakdoekje aan.
‘Nou, hij kijkt alleen maar naar de getallen,’ vervolgt ze. ‘Hij meet mijn prestaties af aan de hand van de productiecijfers. Snapt hij dan niet dat het veel belangrijker is aanwezig te zijn op die bijeenkomst? Alle stakeholders zijn er!’
Deze conversatie is van begin tot eind verzonnen, maar in mijn rol als vertrouwenspersoon hoor ik van tijd tot tijd een variant op dit verhaal.
- Details
Er was eens een timmerman in het Spaanse Valencia. Hij had zoveel werk dat hij in de winter een lantaarn aan zijn houtstapel moest hangen om zich bij te lichten tijdens de winteravonden. Toen de lente in aankomst was en de dagen langer werden, ruimde hij zijn werkplaats op, zette zijn lantaarn weg en veegde alle houtsnippers bij elkaar om die in de kachel te verbranden. Met de bezem in de hand keek hij naar de berg zaagsel. Het was een flinke bult, want hij had die winter veel opdrachten gehad. Sint Jozef, de beschermheilige van de timmermannen, was hem goed gezind geweest. Nu het bijna 19 maart was, de dag van Sint Jozef, was het misschien wel aardig om wat lijm door het zaagsel te mengen en er een figuur van te maken. Dan kon hij dat op 19 maart in de brand steken op de straat.
- Details
Elf dagen Valencia: ik kreeg het min of meer op een presenteerblaadje aangeboden. Waarom niet, dacht ik. De afgelopen maanden waren druk door onder andere de nasleep van de publicatie van mijn roman ‘De Gierenvallei’ en een opdracht voor het verzorgen van een workshop bloggen. Allemaal hartstikke leuk, maar mijn hoofd zat er zo vol mee, dat van schrijven niets meer kwam. Zelfs voor dit blog had ik even helemaal geen tijd en inspiratie. De bijzondere stad Valencia bracht daar verandering in.
- Details
In mijn boekenkast staat een klein boekje met gelige bladzijden en een losgelaten kaft. De bladzijden staan vol piepkleine drukletters, dicht op elkaar met nauwelijks een centimeter marge aan de zijkanten. De lus van de g raakt net niet de l van de regel eronder. Waarschijnlijk was er in 1959 ook papierschaarste of misschien wilde de uitgever deze Prisma-uitgave voor zo laag mogelijke prijs aanbieden. Hoe dan ook: na het lezen van het eerste hoofdstuk van ‘Mijn familie en andere beesten’ van Gerald Durell is duidelijk dat je een boek niet op de kaft moet beoordelen.
- Details
Dichten en schrijven zijn twee heel verschillende activiteiten. Ik ben dol op schrijven, maar dichten kan ik niet. Tenminste: dat dacht ik lange tijd. Tot me op vakantie in Spanje de eerste regel van een gedicht inviel. Zomaar, tijdens een wandeling. Gewoon voor de lol noteerde ik die regel in de notities in mijn telefoon. Een paar dagen later kwam er een regel bij en daarna nog een, tot er een nogal ongeordend gedicht ontstond. Na wat schaven en schrappen bleek dat het ontstane gedicht best goed paste bij de boodschap die ik met mijn nieuwe boek wil overbrengen. Daar moest ik iets mee doen! Maar wat?
Pagina 2 van 11