books 3786559 640‘Het doel van een zin is het verleiden van de lezer om ook de volgende zin te lezen.’ Ik weet niet meer waar ik deze schrijfwijsheid heb gelezen, maar ik vind het een van de eenvoudigste en tegelijkertijd moeilijkste schrijftips die ik ken. Hetzelfde geldt natuurlijk voor een alinea of een pagina. Het doel van de eerste pagina is immers een lezer zo nieuwsgierig te maken naar het vervolg dat hij de pagina omslaat om ook de volgende pagina te lezen. Het is een simpele tip omdat die het schrijven van een boek terugbrengt naar die ene zin, alinea of pagina. Maar zo eenvoudig is het in de praktijk niet, want hoe doe je dat precies? Of: hoe moet het in ieder geval niet?

Afkijken
Mij helpt het enorm om af te kijken bij andere schrijvers. Hoe doen zij dat? Hoe brengen zij spanning in het verhaal? Sinds ik zelf schrijf, lees ik romans van anderen op een andere manier dan voorheen. Dat geldt vooral voor boeken die me juist niét boeien. Ik vind het interessant om te analyseren waarom dat zo is. Nu heb ik door mijn deelname aan een leesgroep ervaren dat een boek de ene lezer enorm kan boeien en inspireren terwijl de andere lezer er niet doorheen komt. Dat is dus heel persoonlijk soms. En toch: ik schrijf natuurlijk een boek dat ik zelf graag zou willen lezen, dus het analyseren van boeken die me niet aanspreken, helpt me zicht te krijgen op de valkuilen die ik moet vermijden als ik zelf schrijf. Zodra ik merk dat het boek me niet boeit, stel ik mezelf de vraag: wat doet de schrijver of schrijfster precies waardoor het verhaal voor mij niet op gang komt? Of wat doet de schrijver juist niét.

Ingrediënten voor een ’slecht’ boek
Zo kom ik tot een aantal ingrediënten die een boek voor mij een ‘slecht’ boek maken. Die vat ik hieronder samen in een soort omgekeerd recept voor een goed verhaal.

1. Introduceer zo vroeg mogelijk in het verhaal zoveel mogelijk personages
De snelste manier om mij als lezer kwijt te raken in een verhaal is een overvloed aan personages. Ik vind het niet erg als lezer aan het werk gezet te worden, maar wanneer een schrijver tien personages of meer introduceert in het eerste hoofdstuk, is de kans groot dat ik het boek terugleg op mijn nachtkastje waar het de komende weken stof gaat verzamelen. Nu zeg je misschien dat het opnemen van een namenlijst in het boek dat kan verhelpen, maar daar maak je mij niet blij mee. Dan moet ik steeds heen en weer bladeren om het verhaal te kunnen volgen. Dat is in een papieren versie al niet prettig, maar in een ebook helemaal ellendig.

2. Wissel vaak van vertelperspectief
Zet het eerste personage vanuit wie je het verhaal vertelt gerust vluchtig neer voordat je het vertelperspectief verschuift naar het volgende personage. Laat vooral geen dingen gebeuren die me nieuwsgierig maken naar het vervolg voordat het perspectief wijzigt. Dan kan ik het boek met een gerust hart lekker lang op de stapel ongelezen boeken leggen, want niets nodigt me uit om het boek weer ter hand te nemen. Ik besef dat ik met mijn debuutroman een risico heb genomen door het vertelperspectief heen en weer te laten gaan tussen mijn twee hoofdpersonages, een man en een vrouw in hetzelfde huwelijk. Dat zou ik niet zo snel weer doen, denk ik, hoewel ik van lezers terugkrijg dat het verhaal daardoor wel een diepere laag heeft gekregen.

3. Maak het hoofdpersonage onsympathiek
Ik weet dat er mensen zijn die het leuk vinden een roman te lezen over een onsympathiek hoofdpersonage, maar daar hoor ik niet bij. Als ik me in kan leven in een personage, dan kan ik heerlijk helemaal in een boek verdwijnen. Nu is het niet zo dat alle boeken met een onsympathiek personage weer ongelezen retour gaan naar de bibliotheek. De voorbeelden die Nanouk Kromhout van der Meer in haar blog op Schrijven Online noemt, lijken me wel degelijk leesbaar. De boeken over Sherlock Holmes en Harry Potter heb ik met veel plezier gelezen.

4. Maak grote tijdsprongen zonder uitleg
Tijdverloop in een roman is gewoon superingewikkeld. Vooral als het verhaal zich uitstrekt over een langere periode. Dat heb ik ervaren in mijn debuutroman. Wanneer je van scène naar scène schrijft, hoe ga je dan om met de tussenliggende jaren? Volgens mij is alleen John Boyne (van De jongen in de gestreepte pyama) in staat steeds zeven jaar tussen de verhaalonderdelen te laten verstrijken zonder de lezer te verliezen. Dat doet hij in de roman Wat het hart verwoest’ en zelfs dat boek deed me af en toe zuchten van frustratie omdat ik als lezer echt aan het werk moest om uit te vissen wat er in de tussentijd was gebeurd. Bovendien vond ik het lastig me steeds opnieuw te hechten aan de hoofdpersoon, die inmiddels weer zeven jaar ouder was.

5. Ga uitgebreid in op allerlei politieke of maatschappelijke ontwikkelingen die het verhaal niet of nauwelijks raken
Ik vind het erg interessant om aan de hand van een verhaal iets te leren over de geschiedenis van een land of over iets anders waar ik nog niets of weinig van wist. Tegelijkertijd raak ik snel mijn belangstelling in het verhaal kwijt wanneer ik me door grote stukken informatie moet worstelen voordat het verhaal weer verder gaat. In de roman waar ik nu aan werk, moet ik mezelf voortdurend terugfluiten op dit punt. Het ís ook verleidelijk om al het onderzoek dat je hebt gedaan in je boek te verwerken. Maar helaas, al die leuke anekdotes en weetjes kun je niet in je verhaal kwijt zonder je lezer te doen gapen, weet ik nu. Ik bewaar ze wel in de hoop ze nog eens te verwerken in een artikel of verhaal.

Er zijn vast nog veel meer ingrediënten te verzinnen die een verhaal onaantrekkelijk maken, maar dit zijn de meest in het oog springende voor mij. Ik ben benieuwd hoe dat is voor jou.

 

Image by 9883074 from Pixabay

1000 Resterende tekens