innerlijke criticus
Ik heb deze week een paar dagen vrij genomen om echt even prioriteit te kunnen geven aan mijn roman-in-wording. Bovendien heb ik een plek opgezocht waar ik even niet teveel wordt afgeleid. De eerste dagen ging dat heel goed, maar nu, aan het einde van deze week, begin ik ineens weer enorm te twijfelen. Is het wel goed genoeg wat ik schrijf? Zal ik mijn lezers niet teleurstellen? Mijn tweede boek is immers slechts losjes gebaseerd op waargebeurde voorvallen en mist de historische setting waar mijn lezers zo enthousiast over waren. Soms merk ik bij het teruglezen van wat ik de dag ervoor heb geschreven dat er toch niet helemaal staat wat ik in mijn hoofd had. Die innerlijke criticus kan me het schrijven soms enorm lastig maken. Heb jij ook zo’n stemmetje in je hoofd dat zich voortdurend bemoeit met je schrijfproject? Lees dan in deze blogpost welke wapens ik uit de kast haal om die lastige stoorzender het zwijgen op te leggen.

Doen
Ik moet mezelf er geregeld aan herinneren dat ik fouten mag maken en daarvan mag leren. Voor een deel is het met schrijven net als met alle andere vaardigheden die je kunt ontwikkelen: oefening baart kunst. Gewoon maar gaan zitten dus en schrijven. Niet wachten op inspiratie of een inval voor die perfecte zin, maar opschrijven wat me binnenvalt en me er niet zo druk over maken of het goed is of niet. Ik weet het wel: ik moet eerst tekst produceren en dan pas schaven, schrappen en hergroeperen. In het begin van mijn schrijfcarrière (voor zover je daarvan kunt spreken natuurlijk) voelde dat allemaal onwennig en raar. Inmiddels weet ik dat ik dat gevoel moet negeren en gewoon door moet gaan met schrijven. Wanneer ik eenmaal goed in het verhaal zit, gaat het steeds gemakkelijker.

Herschrijven
Mijn eerste versie van een alinea of hoofdstuk is meestal redelijk waardeloos. Pas als ik er na een dag, een week of een maand nog eens naar kijk, zie ik wat er aan schort en hoe ik het beter kan maken. Een eerste versie hoeft niet perfect of zelfs maar goed te zijn. Het helpt al enorm als er iets staat wat ik kan verbeteren. Bij de vele herschrijfrondes die nog gaan komen, wordt het steeds mooier en sterker. Daar probeer ik in ieder geval altijd op te vertrouwen.

Overigens is het niet zo handig om wat je geschreven hebt meteen te gaan herschrijven. Dat raad ik je echt af. Zo blijf je steeds bij dezelfde scènes hangen, terwijl de rest van het verhaal nog moet komen. Voor mij werkt het zo dat ik pas duidelijk krijg hoe ik de eerste scènes herschrijven moet als ik verder ben in het verhaal. Pas dan ben ik vertrouwd met de karaktereigenschappen van mijn personages en pas dan heb ik heel duidelijk voor ogen welke onderdelen van mijn verhaallijnen ik wil belichten en welke ondergeschikt zijn aan het verhaal. Helaas vergeet ik dat ook altijd weer snel en ga ik toch nog even aan de slag met die eerste hoofdstukken…

innerlijke criticus2

Omgaan met je innerlijke criticus
Tja, en dat stemmetje in mijn hoofd, dat is een verhaal apart. Het zou handig zijn als er een aan/uit-knop aan zat, maar dat is helaas niet zo. Er zijn wel manieren om van dat kritische stemmetje een persoonlijke schrijfcoach te maken. Dit artikel in Psychologie Magazine vond ik heel interessant en heeft me ervan overtuigd dat ik mezelf moet aanmoedigen en positief toe te spreken.
Wat mij ook erg helpt, is bedenken waarom ik eigenlijk schrijf. Dat is niet om anderen te vermaken met wat ik schrijf, niet om een bestseller te schrijven en zelfs niet om van schrijven mijn vak te maken, maar gewoon omdat ik er heel veel plezier aan beleef. Het gaat niet om het eindproduct, maar om het proces. Ik vind het fantastisch om te leren hoe het beter kan.

Zo, nu ik dat weer eens allemaal helder heb opgeschreven voor mezelf (en voor jou), is mijn innerlijke stemmetje weer aardig koest. Aan de slag dus maar weer.

De mooie plaatjes zijn van John Hain op Pixabay

1000 Resterende tekens